De laatste maanden kreeg ik de hardste les die ik ooit heb moeten leren voor de kiezen: alles wat er gebeurt in je leven is het resultaat van je eigen gedachten, woorden en acties. Verraad je jezelf door steeds weer over je eigen grenzen te gaan? Kies je uit angst of ijdelheid telkens voor paden die niet passen bij de trilling van jouw ziel? Dan zal verraad vroeg of laat op je deur kloppen, in de vorm van een ontrouwe partner, een sister die je een dolksteek in de rug toebrengt, collega’s die met je idee gaan lopen, noem maar op… Het hele vibrationele veld die je rondom je creëert doordat jij systematisch jezelf verloochent en je eigen ziel verraad, trekt de vibratie aan van… verraad. I’ts called the law of attraction, baby. Het trekt een leefwereld aan die niet resoneert met wie je diep vanbinnen bent en die vroeg of laat zal instorten. Dan blijf je uiteindelijk gebroken en vertwijfeld achter terwijl je je afvraagt waarom je in godsnaam zo’n ongunstig lot beschoren bent.
Is voodoo een idee?
De waarheid dat we zelf verantwoordelijk zijn voor wat ons overkomt is op z’n minst gezegd onpopulair. Het lijkt zoveel passender om die motherfucker die je bedrogen heeft met een haattirade als afscheidsgeschenk voorgoed uit je leven te bannen, of vol wrok je voodoopop boven te halen om die backstabbende sister haar lesje te leren. Of je hele leven in teken te stellen van de ondergang van die ene collega. Ja, dat lucht op, want de woede die kan vrijkomen wanneer iemand je op zo’n verraderlijke manier pijn doet, is ongelofelijk reëel en begrijpelijk.
Je kan je grens aangeven, zeker. Dat is ook nodig wanneer zo’n dingen gebeuren. Maar wat dan? Het onrecht is geschied. De schade is een feit. Wie doen we echt pijn wanneer we blijven hangen in dat onrecht en er obsessief blijven over doorbomen, binnenvettend of gal spuwend? Wie heeft er iets aan, als we weken of maanden erna nog steeds hopen energie verliezen door al die ingebeelde scenario’s te verzinnen van hoe het had kunnen vermeden worden, hoe we de vijand hadden kunnen verpletteren, of nog vermoeiender: hoe slecht en achterbaks de ander wel niet is. Niemand heeft daar iets aan, en zeker jij niet.
Mijn roos
Op een bepaald moment dreigde het onrecht waar ik zelf mee geconfronteerd werd mijn hele wezen te verteren. Op een trieste dag viel mijn oog op de rozenplant die stond te verpieteren in een vergeten pot op mijn terras. Een bliksemflits raakte mijn hersenpan(of zoiets) en mijn bewustzijn lichtte op. Die roos, die ooit had gebloeid in de tuin van mijn oma zaliger en na veel omzwervingen ongelukkig was verpot in een emmer, dat was ik! Die trieste, stervende roos, amper overlevend in een klomp opgedroogde klei, dat was het symbool voor de liefde die ik voor mezelf voelde. Ik nam een break van mijn tranendal, stond op en haalde een zak potaarde uit de garage. Ik plantte haar met veel liefde in zwarte, vruchtbare aarde. Ik sprak haar liefdevol toe en gaf haar sindsdien elke dag water, als de meest bezeten kleine prins die je ooit hebt gezien. En raad eens: ze is herboren en heeft me de hele zomer verblijdt met haar prachtige felroze bloemen.
Begiet je ziel
De boodschap van mijn roos, dat was dat ik mezelf niet langer te verraden heb. Dat ik mijn eigen ziel te koesteren heb, als ik ooit een leven wil creëren waarin ik effectief gelukkig kan zijn. Dat ik de degene ben die mijn kluitje aarde op de juiste manier kan voeden en mijn bloemblaadjes liefdevol kan toespreken. Geef altijd, maar vooral als je heel hard gekwetst wordt, aandacht aan je eigen heling en groei, in plaats van al je energie te laten weglekken in een verleden die je toch niet meer kan veranderen. Waar je aandacht aan geeft, groeit. Wil je mooier bloeien dan je ooit voor mogelijk hield? Begiet dan je eigen hart en ziel met liefde en bewondering. Elke dag.